SKL keuring rijenspuiten
Rijenspuiten, onkruidspuiten en spuitmachines opgebouwd op zaai- en pootmachines dienen ook goed en nauwkeurig te werken. Nieuwe machines moeten aan bepaalde eisen voldoen (voor meer informatie hierover klik hier) en machines in gebruik moeten periodiek gekeurd worden.
Wettelijk gezien moet de eerste SKL keuring van de machines, ongeachte de werkbreedte, plaatsvinden binnen 3 jaar na aanschaf van de machine.
Dus alle machines die in gebruik zijn, die 3 jaar of ouder zijn, mogen alleen worden gebruikt als deze voorzien zijn van een geldig SKL keuringsbewijs.
De keuring is voor alle typen en werkbreedtes van machines verplicht. De keuringsfrequentie voor machines met een spuitboombreedte van meer dan 3 meter is 3 jaar en voor machines van 3 meter en smaller is dat 6 jaar.
Voor een veilige en efficiënte uitvoering van de keuringen is het belangrijk dat de machines schoon en veilig bij de keuringstations worden aangeleverd. Een machines kan alleen worden gekeurd als deze:
1. Schoon is, zowel van de buitenkant als de binnenkant (ook de spuitleidingen)
2. Voorzien is van een aftakasafscherming die compleet en in goede toestand is
3. Alle verder draaiende delen voldoende zijn afgeschermd.
De punten waarop de machine wordt nagekeken zijn in het kort:
1. Lekkage
1. Geen lekkage bij een stilstaande machine met de tank gevuld
2. Geen lekkage bij een werkende machine onder druk, zowel niet- als wel-spuitent
3. Er wordt niet op delen van de machine gespoten (bijvoorbeeld afschermkappen)
2. Pomp
1. De pomp heeft voldoende capaciteit om zowel te kunnen spuiten als te kunnen roeren in de tank
2. Geen pulsaties in de spuitdruk
3. Roering:
1. Er is voldoende zichtbare roering in de tank tijdens het spuiten
4. Tank
1. Er is een in goede toestand zijnde deksel op de spuittank aanwezig
2. Er is een vulzeef in de tankopening aanwezig, die goed past en niet beschadigd is
3. De inhoud van tank is goed af te lezen zowel van de bestuurders positie als staand naast de tank
4. Het is mogelijk de tank af te tappen m.b.v. een kraan
5. Bedieningsorganen
1. Alle bedieningsorganen functioneren goed
2. De belangrijkste bedieningsorganen, hoofdkraan, sectiekranen en drukregelaar zijn bedienbaar vanaf de bestuurderspositie
3. De drukregelaar functioneert goed.
6. Manometer
1. De manometer is af te lezen vanaf de bestuurder positie
2. De manometer heeft een diameter van minimaal 63mm
3. De schaalindeling tm 5 bar is elke 0.2 bar, daarboven minimaal elke 1.0 bar
4. De manometer wijkt maximaal 10% af van een referentiemanometer
7. Slangen en leidingen
1. Alle slangen en leidingen zijn in goede toestand en niet beschadigd
8. Filters
1. De machine is voorzien van een zuigfilter en een persfilter
2. Deze filter elementen zijn in goede conditie
3. Het is mogelijk het zuigfilter te controleren als de tank gevuld is
9. Spuitboom/bevestiging en montage dophouders:
1. Geen obstakels in het spuitbeeld
2. Stabiel opgehangen/gemonteerd
10. Doppen
1. Spuitdoppen druppelen niet na als de spuitdruk wordt afgesloten
2. De afgifte van iedere dop wijkt niet meer dan 10% af van de nominale afgifte (de waarde volgens de spuittabel)